Gastvrijheid, beleefdheid en vriendelijkheid alom in Iran. In het Perzisch ook wel ‘Taarof’ genoemd. Het is een vorm van uitzonderlijke hoffelijkheid die komt uit het oude Perzië en het wordt ook wel als de smeerolie van de Iraanse maatschappij beschouwd. Alleen als het om verkeer gaat lijkt deze ‘Taarof’ volledig te zijn verdwenen. Ongeduld en chaos alom. Waar we het ene moment heel vriendelijk worden uitgenodigd, worden we het andere moment in het verkeer van zowel links als rechts ingehaald en lijkt de enige regel, geen regel, te zijn.

Via het droge bergachtige landschap rijden we door naar het historische stadje Ardabil, waar we het Sheikh Safi Al-Din mausoleum bezoeken. Een prachtig religieus complex uit de 16de eeuw met verschillende ruimtes, voornamelijk in de kleuren goud, rood en blauw. Wanneer we in de porselein kamer om ons heen kijken, komt een Iraanse jongeman naast ons staan. ‘Where are you from‘? Vraagt hij. En ‘how do you like Iran’? Een kort gesprek volgt en we lopen verder. Even later komt hij terug en stelt zijn vrouw en dochter aan ons voor. Hij heeft een rugzak in zijn hand en overhandigt deze aan mij. ‘It is a gift from my wife’ zegt hij. Dit kunnen we toch niet zomaar aannemen? We zijn helemaal verbaasd en enigszins ongemakkelijk neem ik de tas aan als hij blijft volhouden. Hij vertelt ons over het ooit zovele chinese porselein wat hier stond, wat door de Russen is meegenomen. Op dat moment komen er tranen in haar ogen. Ze is gehecht aan deze plek en is hier erg verdrietig om. Tegelijkertijd vindt ze het heel bijzonder dat wij, als buitenlanders deze plek opzoeken en de tas is waarschijnlijk een manier om ons hiervoor te bedanken. We zijn er stil van.

Tijd om wat te eten. We vinden een restaurant waar een rij voor staat. Dat moet wel goed zijn, denken we. Met een trap volgen we de rij naar beneden en sluiten aan in de rij waar je kunt kiezen uit een groot buffet. We hebben geen idee wat wat is en aangezien niemand Engels spreekt laten we ons maar verrassen. We wijzen wat gerechten aan en rekenen een veel te grote schaal met rijst, groentes, saus, kebab en andere verschillende vleessoorten en twee cola af. Dit alles voor nog geen € 7,-! We zijn de enige toeristen in dit restaurant. Tijdens het eten zijn vele ogen op ons gericht en af en toe krijgen we een ‘welcome in Iran’ te horen van een voorbijganger.

We besluiten de nacht door te brengen in een hotel, want hebben wel even zin in een lekkere douche. Het plan is om de volgende morgen vroeg weg te rijden, om zo de ergste hitte voor te zijn. Er ligt alleen een plas vloeistof onder de auto, dus eerst de auto maar eens controleren. Johannes kruipt onder de auto en vindt gelukkig al vrij snel het probleem. Er blijkt een slang los getrild, waardoor de koelvloeistof uit de radiator is gelekt. Meteen krijgen we hulp van twee mannen. Terwijl de ene man heen en weer loopt om water te halen, overhandigt de ander ons een fles anti-vries. Na een uur is het probleem verholpen en kunnen we op weg naar Masuleh.

Het rijden van de ‘snelle’ route langs de kust van de Caspische zee hebben meer mensen bedacht vandaag. Al vrij snel belanden we in de file. Zelf heb ik ook niet het grootste geduld in files, maar het ongeduld is bij deze automobilisten wel erg groot, aan het rijgedrag te zien. Ze halen je links dan wel rechts in om 1 plekje voor in de file te staan. Erg nuttig en levert veel tijdswinst op natuurlijk als je 1 plekje bent opgeschoven.

Tijd om onze bellenblaas set tevoorschijn te halen en bellen te blazen wanneer we langzaam vooruit rijden. Van Johannes heb ik geleerd dat je zo een plezierige draai aan de file kan geven en dat lukt. De ruziënde kinderen in de auto achter ons, houden spontaan op als ze de bellen zien.

Wanneer we de heuvel overrijden, belanden we van een droog woestijnachtig landschap ineens in een heel groen landschap! Groene heuvels vol bebossing. Het lijkt wel of we in de tropen zijn aanbeland, want ook de temperatuur voelt ineens tropisch aan. Nog steeds langzaam rijdend, vermaken we ons met de vele spullen die langs de weg verkocht worden. Honing, fruit, noten, maar ook knuffels, barbies, koeienhuiden, tapijten of tenten, je kunt het zo gek niet bedenken en het is hier te koop. Verkopers, mensen die picknicken langs de weg, het is een drukte van jewelste.

Wij zijn ondertussen ook lekker opgewarmd en hebben trek in eten gekregen. Het restaurant ergens langs de weg heeft alleen een kaart in de taal Farsi, waar voor ons geen touw aan vast te knopen is. Met Google translate komen we een heel eind en 5 minuten later hebben we kip, rijst en cola voor ons staan.

Helaas rijden we na de lunch al vrij snel een andere file in, maar zelfs zo file rijdend hebben we genoeg bekijks. Mensen gaan maar al te graag even naast ons rijden, begroeten ons, heten ons welkom in Iran of toeteren naar ons. We ontdekken dat ook onze toeter het weer doet, die deed het namelijk niet. Blijkbaar vanmorgen per ongeluk ook gemaakt. We hebben een manier van communiceren en groeten gevonden vandaag en een aantal toeter serenades met auto’s volgen.

Tegen 17.00 uur in de middag hebben we nog geen 200 kilometer afgelegd, alleen zijn we wel aardig oververhit geraakt. Het koude water in onze auto is ondertussen theewater geworden, dus we stoppen bij een klein winkeltje voor koud water. Ik word begroet met een ‘salaam’, Johannes krijgt direct een hand van de verkoper. Daar kan ik toch echt nog niet goed aan wennen, aan het feit dat mannen elkaar een hand geven en vrouwen elkaar een hand geven. Sommige mannen geven wel een hand, maar eigenlijk is het niet toegestaan dat mannen en vrouwen elkaar in het openbaar een hand geven. Een bijzonder principe.

Bij een park, zo’n 20 kilometer voor het stadje Masuleh wat wij willen bezoeken, parkeren we onze auto en klappen we de tent uit. Na al dat file rijden in de hitte zijn we goed gaar, maar wanneer de beheerder van dit park ons begroet met thee en we een schaaltje fruit krijgen van onze buren, zorgt dat toch weer voor nieuwe energie.

Het blijkt vandaag een feestdag te zijn in Iran en zo tegen 20 uur stroomt het park vol met mensen. Tenten worden opgezet, pannen met eten worden tevoorschijn gehaald en de narghile (waterpijp) wordt aangestoken. Veel mensen zijn nieuwsgierig en komen even kijken of willen graag met ons op de foto. Op een gegeven moment hebben zich heel wat mensen bij ons verzameld. Het lijkt wel een feestje. Tijd om onze meegebrachte stroopwafels uit te delen. ‘where are you from’? Is toch wel de meest gestelde vraag. Wanneer wij ‘Holanda’ of ‘Netherlands’ zeggen krijgen we vaak ‘ahh Van Persie,’ Van Basten, en zelfs een enkele keer Patrick Kluivert of Ruud Gullit te horen. Voetbalfans zijn de Iraniërs zeker.

De gezelligheid in het park gaat nog lang door deze nacht. Daar hebben de Iraniërs geen alcohol voor nodig, wat hier sowieso verboden is.

De volgende morgen hebben we het plan om te ontbijten in Masuleh, alleen voordat we er erg in hebben komen er alweer twee broden onze kant op.

Richting Masuleh is het ook weer erg druk, nu wel te begrijpen met het feit dat iedereen vrij is. Het mooie plaatsje waar de huizen tegen de rots aan zijn gebouwd, wordt vandaag bijna overgelopen door de mensenmassa. Na een theetje besluiten wij dan ook weer verder te gaan naar de stad Qazvin, onze laatste stop voor Teheran. Hier ontmoeten we Jamshid, een Iraniër die een aantal jaren in Engeland en Zweden heeft gewoond en ons naast de mooie bazaar en de oude hammam van Qazvin een inkijk geeft in de geschiedenis en politieke situatie van het land.

Het lijkt wel of de overheid en de bevolking twee aparte werelden zijn en dat er grote onvrede heerst is wel duidelijk. Trump wordt hier onder een aantal Iraniërs zelfs populair, omdat ze hopen dat zijn acties verandering teweeg gaan brengen. Zonde voor zo’n mooi land dat zoveel moois te bieden heeft en zoveel meer tot bloei zou mogen en kunnen komen.

Wanneer we de volgende morgen richting Teheran willen rijden, is het even zoeken naar een tankstation dat Diesel heeft. 3 mannen wijzen ons graag even de weg en vragen ons hen te volgen. Wanneer we zo’n 10 kilometer verderop getankt hebben, kunnen we natuurlijk niet zomaar doorrijden. We krijgen een lunch aangeboden, zodat we met een volle maag richting Teheran kunnen gaan.

Waar we dachten dat Istanbul een opgave was om in rijden, blijkt de stad Teheran een veel grotere uitdaging te zijn. Hoe dichter we in de buurt van Teheran komen, hoe groter de chaos wordt. In principe is de weg breed genoeg voor 3 rijstroken, maar deze zijn vaak vaag of verdwenen en de auto’s rijden hier waar ze zelf willen rijden. Van links en rechts worden we ingehaald, dus het is goed opletten. Niks ’taarof’ hier. De snelheid valt gelukkig nog mee, maar daar hebben ze ook wel voor gezorgd. Op de raarste plekken, ja zelfs op een snelweg waar je 100 mag, ligt af en toe een drempel en duidelijk aangegeven? Helaas niet altijd, waardoor we af en toe lekker worden opgeschud als we weer over een drempel rijden.

In Teheran wacht ons een warm welkom van Shima, de schoonmoeder van Iris, mijn oud huisgenoot in Utrecht. Een heerlijk koud drankje staat klaar die we al even niet gedronken hebben hier in Iran.

We verblijven drie dagen in het appartement van de zus van Shima. Prachtig alle mensen en indrukken, maar heerlijk om ons hier even terug te kunnen trekken.

In Teheran krijgt onze auto een onderhoudsbeurt, vragen we een transit visum aan voor Turkmenistan, laat Johannes zijn haren knippen, dompelen we ons onder in de grote bazaar van Teheran,  met onder andere zijn vele tapijten, maken we kennis met heerlijke Perzische gerechten en laden we weer helemaal op voor onze verdere reis door Iran.

4 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *